Aan de Quai de Bercy in Parijs
De bovenste van Armand Guillaumin is uit 1874, de onderste van Paul Cézanne uit 1875 of 1876.
De schilderijen van Guillaumin (1841- 1927) en Cézanne (1839-1906) hingen naast elkaar op de tentoonstelling Nieuw Parijs in het Kunstmuseum Den Haag. De schilders waren bevriend en Cézanne heeft zijn werk gemaakt op basis van het werk van Guillaumin. Ik liep van het ene werk naar het ander, tuurde, nam afstand, en weer terug. Ik las de begeleidende teksten. Van Armand Guillaumin had ik nog nooit gehoord. Hij kon zich pas volledig aan zijn kunst wijden nadat hij de loterij had gewonnen op zijn vijftigste. Daarvoor werkte hij in een wasserette en bij de spoorwegen. Cézanne was een rijkeluiskind. Kun je aan hun schilderijen zien dat Guillaumin tussen de arbeiders leefde en Cézanne nooit vuile handen heeft hoeven maken? Maar mijn grootste vraag is: waarom Is Cézanne zoveel bekender dan Guillaumin?
Cézannefilter
Eerst vond ik de rechter, die van Cézanne, helderder, maar toen ik er langer naar keek vond ik de stijl van Cézanne een sausje wat over het schilderij van Guillaumin heen was gegoten. Een gelikt Instagramfilter, oneerbiedig gezegd. (Wie ben ik om dat te zeggen van een schilder die al eeuwen volle zalen trekt? Nou, iemand die niet meer gelooft in heiligverklaringen van enkelingen.) Als mij was gevraagd welk schilderij ik mee naar huis had willen nemen, was dat absoluut het origineel van Guillaumin geweest.
Volle zalen en lege zalen
Het publiek was in het Kunstmuseum in den Haag nogal ongelijk verdeeld over de zalen. ‘Die ken ik nog niet’, zei een vrouw bij een Zaans schilderij van Monet dat onderdeel was van de tentoonstelling Nieuw Parijs: van Monet tot Moriset. De hele fanbase van de Franse impressionisten verdrong zich bij de schilderijen. Zelf was ik naar het Kunstmuseum gekomen omdat Suze Robertson er hing en omdat ik benieuwd was naar New New Babylon: Visions for another Tomorrow. Maar omdat ik dacht dat Parijs samenhing met New Babylon waagde ik me ook in de drukke zalen. En daar heb ik geen spijt van. Als kunstacademiestudent heb ik in mijn herinnering alleen wat geleerd over de visies van de impressionisten op de schilderkunst. Maar in Den Haag kwam de maatschappelijke context waarin de schilderijen gemaakt werden tot leven. Parijs werd rigoureus gegentrificeerd door George-Eugène Haussmann in de tweede helft van de negentiende eeuw. Inspraakavonden had je niet. Na een bloederig neergeslagen opstand in 1871 moesten schilders het imago van de stad weer opvijzelen.
Popster Monet
Is bestsellerisering en de hysterie rond BN-ers en influencers iets van deze tijd? Waarom stad en land af voor die eeuwige Monet? Of Vermeer? In de Volkskrant schreef Olaf Tempelman over hedendaags narcisme, dat onder meer samenhangt met de behoefte aan sterren, aan topmensen. In ons streven zelf een succes te worden trekken mensen zich op aan ‘anderen die roem, macht en charisma uitstralen’.
Bij Isolde Charim zijn sterren bij uitstek aantrekkelijk voor mensen die zich onvoldoende gezien of ‘geliket’ voelen. In de ster, stelt zij, vinden ze ‘een samenhangende, volledige identiteit, de illusie van een gesloten cirkel’.
Noem het sterbalsem: ‘De fascinatie die de ster bij zijn fans oproept, groeit uit tot een soort verliefdheid waarin de fan zijn narcisme kan uitleven in het beeld, in de plaatsvervangende belichaming van zijn eigen onbereikte ideaal.’
Misschien ga ik te ver als ik Johannes Vermeer en Claude Monet met Trump vergelijk, maar ik vond het een leuk bruggetje.
New New Babylon
Afra Eisma
In elk geval kon je in de zalen van New New Babylon in alle rust de werken bewonderen van onder anderen Afra Eisma (grappig, troostend, een hele eigen kleurige wereld), Kinke Kooi en Hella Jongerius. Die laatste had een prachtig ademend weefgetouw gemaakt waar ik lang naar heb staan kijken. Net zoals naar een vloer vol speelgoed, langspeelplaten en boeken die met draadjes met elkaar verbonden waren van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Moshekwa Langa.
Moshekwa Langa
Textielfilter
Zelfs in Suze Robertson zag ik draadjes.
Enfin, heerlijk museum. Ook dankzij de goede heldere bijschriften. Kom daar in het Centraal Museum in mijn woonplaats Utrecht maar eens om.
Heerlijk! Meteen Guillaumin opgezocht. Wikipedia zegt dat hij de loterij won op zijn vijftigste trouwens.