Jaren heeft het geduurd voordat ik uit de kast durfde komen als thuisblijver. Ik wilde avontuurlijk zijn, iemand die direct met een tasje klaarstaat als je haar vraagt of ze meegaat naar Zuid-Korea. Van zulke types kunnen we geen genoeg krijgen en wie wil niet het middelpunt van feestjes zijn? Maar mijn inschatting is dat de meeste mensen, net zoals ik, niet zo in elkaar steken en daarom wel stoer ver weg willen, maar dan in een veilige gedesinfecteerde omgeving zonder gekke beestjes, waar je de bediening verstaat. En dan nog, ontspan je niet net zo goed of betere van een zwembad dichterbij huis? Of is ontspannen niet het doel? Ik pleit voor een vakantiecoach. Beter voor jezelf en voor het klimaat. Tekening: Zelfgemaakt in de jaren negentig toen ik als antropologiestudent een halfjaar toerisme op Bali onderzocht. Meer daarover op mijn site.
De jas van de bosjesman
Iemand die ook niet ver weg hoeft om avonturen te beleven is de bosjesman in het park vlakbij ons huis. Dit is geen luiaard, maar zijn jas. Als ik de bosjesman zie heeft hij vaak een fiets bij zich die van onder tot boven is opgezadeld met zakken en spullen, een beetje van hemzelf en een beetje van anderen. De grens tussen 'van hemzelf' en 'van anderen' is vaag. Hij haalt spullen uit de container bij het afvalscheidingsstation 100 meter verderop. Daar zitten mooie spullen tussen. Pas heeft hij er een hele bungalowtent van gebouwd, die de gemeente dan weer weghaalt. Soms bouwt hij vuurtjes. Hij komt zijn dag wel door. Muziek is zijn lust en zijn leven, zijn radio staat altijd aan, hij ramt daarbij gepassioneerd op de overgebleven snaren op zijn gitaar en zingt de hele dag.
Maar zelfs hij moet soms van zijn spullen af. Daarom liggen rondom de bosjes etalagepoppen, vibrators en computerschermen. In deze jas heeft hij maanden gelopen. Mooie jas, staat hem goed. Jimmy Hendrikslook. Misschien heeft hij hem niet weggegooid, maar opgehangen met de boom als kapstok.
‘Ik wist zeker dat iedereen beter af was dan ik’
Net gister heb ik Nicoline Mizee, faxen aan Ger #6 uitgelezen. In een voor mij doen duizelingwekkend tempo. Als ik het had weggelegd kostte het me geen enkele moeite weer in het verhaal te komen. Het verhaal zat de hele dag in mijn hoofd.
Uit Nicolien Mizee, faxen aan Ger #6: ‘Wij kregen altijd te horen hoe bevoorrecht we waren, in tegenstelling tot allerlei zielige kinderen die uit werken gestuurd werden, maar mij leek het leven in vroeger tijden veel prettiger. Het had allemaal zoiets overzichtelijks: meisjes die een dienstje hadden bij rijke Amsterdamse gezinnen bijvoorbeeld. Vroeg op, fris schort voor, koper poetsen, alles op vaste tijden en een fijn kamertje op zolder. Als je niks verkeerd deed, kon er niks fout gaan.
Alles wat ik hoorde en las over kinderen in vroeger tijden of andere landen leek me beter en echter dan mijn eigen leven.Â
Ik had niet het gevoel dat ik een kind was. Ik had niet het gevoel dat ik een jeugd had, het enige wat ik ervan merkte was dat er nooit naar mij geluisterd werd en ik behandeld werd als een halve debiel.’Â
(...)
‘Ik wist zeker dat iedereen beter af was dan ik. Misschien ook, bedenk ik me nu, omdat degene die beschreven wordt altijd de hoofdpersoon is, altijd gezien wordt, medelijden krijgt, aandacht, en ik eraan kapot ging dat ik nooit aandacht kreeg, dat nooit eens iemand naar me keek.
Terugkijkend denk ik dat ik nooit medelijden heb kunnen hebben met iets anders dan de onbegrepen eenling. Zelfs al word je gevankelijk afgevoerd - als je nou maar niet alleen bent, als er nou maar iemand is die aan je dénkt, nou, daar zou ik graag voor hebben gecrepeerd in de gevangenis. Mijn gevangenis was onzichtbaar. Ik denk dat ik altijd wilde schrijven om hem zichtbaar te maken.’Â
ILFU 25 september - Ik schrijf over mij
Nog steeds worden vrouwelijke schrijvers en zeker als ze in de ‘ik’-vorm schrijven niet helemaal serieus genomen in de literaire wereld. Reden voor mij ook om in de eerste versies van mijn tweede boek voor de derde persoon te kiezen, wat een worsteling was. De ‘ik-vorm’ past mij, zowel als schrijver als lezer. En dat heeft niets te maken met gemakzuchtig je dagboek publiceren. De ‘ik-vorm is een stijl, een stof, waarmee je alle kanten uit kan. Over dat thema, ‘persoonlijke teksten, gebaseerd op individuele ervaringen en herinneringen’ organiseert het Utrechtse ILFU op 25 september om 20.00 een avond met Nicolien Mizee als gast, naast Marja Pruis en Pirkko Saisio. Ik heb er nu al zin in.
Ik kan ook zeggen: nu nòg zin in. Als thuisblijver heb ik op de dag zelf altijd veel meer zin om thuis te blijven. Wat een leven hè?
Fixdit en #ikleeseenvrouw
Ik lees ook weleens een man, maar steeds meer vrouwen. Een inhaalslag. Het is niet eens principieel, maar ik win er mijn leesplezier van vroeger mee terug, van voordat ik had geleerd wat echte literatuur was en wat niet. Mooi citaat van de oprichters van Fixdit op de site van delagelanden.com : ‘Je kan makkelijk achttien worden en nooit een boek van een vrouw, of een boek met een vrouwelijk hoofdpersonage gelezen hebben. Meisjes leren om vanuit een mannelijk perspectief naar de wereld te kijken. Maar jongens worden nooit aangemoedigd eens door een vrouwelijke bril de wereld te bekijken. Dat de helft van het perceptief wegvalt, is niet alleen een literair gemis, maar heeft ook een grote maatschappelijke impact.’
De kunst van het reizen
O ja, voor wie nog op zoek is naar een goede vakantiecoach: de kunst van het reizen van Alain de Botton. ‘Wat gebeurt er als je uit je dagelijkse werkelijkheid in een totaal andere wereld wordt gezet? Wat als de verveling toeslaat? Als je liever in bed blijft dan naar de door de reisgids aanbevolen monumenten te gaan kijken? Kun je leren genieten? Kun je leren beter naar een landschap te kijken? Deze en tientallen andere vragen beantwoordt De Botton, met hulp van gidsen als Flaubert, Ruskin, Humboldt en Van Gogh.’